• Advertentie •
Deze advertentie is gemaakt voor de adverteerder, die de inhoud heeft goedgekeurd. De inhoud valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie van NRC.

Vechten tegen het stigma ‘eigen schuld’

'Ik dacht dat armoede mij nooit zou overkomen'

Sep. 17, 2025 • Leestijd 4 minuten
Linelle van Deunk
“Had je maar beter op je geld moeten letten.” Die zin drijft Wendy tot wanhoop. Twaalf jaar lang vocht ze tegen schulden, instanties en heel veel vooroordelen over armoede. “Tweemaal in één jaar een huis verliezen, dat is te veel.”

“Het is niet dat ik de rekeningen niet wilde betalen, maar ik kón het gewoon niet,” zegt Wendy. Ze klinkt nog altijd strijdlustig. In 2012 verloor ze haar tweede kindje, een jaar later kreeg ze een hersenbloeding. De financiële buffer raakte snel op. Toen haar partner zijn werk verloor doordat hij voor haar zorgde, kregen ze door een systeemfout bij een uitkerende instantie in plaats van een volledige uitkering slechts één dag per week uitbetaald. “We verzopen gewoon. Maar ik bleef knokken,” zegt Wendy. “Nooit opgeven. Dat is nooit de oplossing, hoe vermoeiend dat soms ook is.” Ze belde schuldeisers, probeerde regelingen te treffen en verantwoordde elke euro. Toen de uitkerende instantie de fout maanden later eindelijk toegaf, was het te laat: boetes en schulden waren flink opgelopen. “Ik wilde vooruit, maar niemand wilde met mij mee. Het leek soms alsof ze je alleen maar verder in de vernieling wilden helpen. Ik besloot niet om een hersenbloeding te krijgen,” zegt ze. “Toch werd ik gestraft alsof het mijn schuld was.”

Nul op rekest

Wendy’s verhaal staat niet op zichzelf. In Nederland leven 540.000 huishoudens onder de armoedegrens en meer dan een miljoen balanceren er net boven. Wendy toont aan hoe snel het mis kan gaan. Toen de schulden bleven oplopen, klopte ze bij de gemeente aan voor hulp. Maar omdat ze in een koophuis woonde, kreeg ze nul op het rekest. Eerst verkopen, dan hulp. “Als ze toen hadden ingegrepen…” zegt ze. Ondertussen bleef er door de regeling met de bank nauwelijks geld over voor vaste lasten. “Dan betalen we deze keer de zorgkosten maar en de volgende keer de hypotheek,” zegt Wendy. “Je kunt niemand duidelijk maken dat er zoveel partijen zijn die tegelijk geld van ons willen.” Ze bleef bellen, mailen, regelen, maar de druk werd steeds groter. Uiteindelijk zette de bank het huis te koop. Tot overmaat van ramp werd Wendy verweten dat ze niet meewerkte, omdat ze een seintje wilde als er potentiële kopers zouden worden rondgeleid. Zonder pardon ging het huis naar de veiling. Vlak voor de dag van de verkoop hoorde ze dat de bank het onderhands had verkocht aan een investeerder… voor een ton minder dan de hypotheek. “Toen hadden we nóg meer schuld. En ik hoopte nog dat de verkoop juist wat ruimte zou geven. Ondertussen dacht ik: ik heb een gezin, ik moet door en ik ga door.”

Gordijnen dicht

Wendy bleef altijd zoeken naar lichtpuntjes. “Het leven is leuk. Ik probeer te genieten van mooi weer, vlinders, bloemetjes. Kleine dingen. Dat kost geen geld.” Na de gedwongen verkoop verhuisde het gezin naar een huurhuis in Schiedam. Wendy schaamde zich. Tegen de buitenwereld vertelde ze dat dit beter uitkwam, omdat het zogenaamd dichter bij haar werk lag (terwijl ze niet eens meer kon werken). Tegelijkertijd probeerde ze kracht uit de situatie te putten. Misschien zou dit een nieuwe start zijn. Ze kregen een bewindvoerder toegewezen die de schulden zou afhandelen. Maanden later lag er een brief van de woningcorporatie: binnen een maand moesten ze vertrekken. De bewindvoerder had geen enkele betaling gedaan en had zo al tientallen mensen gedupeerd. “Tweemaal in één jaar een huis verliezen, dat is te veel.” Wendy raakte overmand door donkere gedachten. “Ik doe zo mijn best om uit de ellende te komen en wat krijg ik: nog meer ellende. Ik wilde mezelf opsluiten, gordijnen dicht en nooit meer opendoen.”

Accepteer Social Media cookies om deze embedded content te kunnen zien.
Accepteren

Mens tot mens

“Armoede is een sneeuwbal die steeds groter wordt,” zegt Wendy. “Op een gegeven moment kun je hem niet meer stoppen.” Het wantrouwen kwam niet alleen van instanties, maar ook van familie en vrienden. “Had je maar beter op je geld moeten letten. Zulke opmerkingen doen zo’n pijn. Je ziet aan de buitenkant misschien niet dat ik ziek ben. Ik draag een glimlach, maar soms lig ik dagenlang plat.” Pas toen ze haar verhaal begon te delen, ontdekte ze dat veel meer mensen in armoede leven. Door een project voor het Stedelijk Museum Schiedam en als lid van het expertiseteam van Kansfonds – een groep mensen die het fonds adviseert vanuit eigen ervaring – spreekt ze nu ook beleidsmakers en zet ze zich in om vooroordelen over armoede te doorbreken. “Het is makkelijker om te zeggen dat armoede je eigen schuld is, want dan hoeft het beleid niet te veranderen. Zie je ons alleen als statistiek, dan verdwijnt de menselijkheid. Maar als je ons ziet en hoort, mens tot mens, gaan de ogen open.”

Weer een brief van een incassobureau

Uiteindelijk vond Wendy zelf een nieuwe bewindvoerder, die nog vóór zijn officiële aanstelling regelde dat ze in haar huis kon blijven. “Naar het klootjesvolk wordt niet geluisterd, maar hij kreeg het voor elkaar. Eindelijk goed nieuws.” Na twaalf jaar is Wendy alleen zichzelf nog iets verschuldigd: “Ik wil weer genieten van het leven.” Ze heeft nu zelfs een kleine buffer opgebouwd. “Het wordt geen luxeleventje, maar ik ben trots dat ik hier nu sta. Ik ga liever fietsen dan naar een duur etentje.” Ja, ze gaat het redden. Maar een lege brievenbus geeft nog altijd opluchting. “Laatst vond ik een brief van een incassobureau. Ik begon te zweten en te trillen… tot ik zag dat hij voor de vorige bewoner was, haha.” De angst voor blauwe enveloppen zal altijd blijven, maar haar boodschap is duidelijk: “Oordeel niet te snel. Ik dacht ook ooit dat ik het goed voor elkaar had in mijn koophuisje. Dit kan ook jou gebeuren. Laten we zorgen dat mensen in armoede niet langer worden weggezet, maar weer gezien worden. Dan kunnen we hun leven samen écht ietsje beter maken.”

Hoe je denkt over mensen in armoede, maakt verschil. Test jezelf.

Voor Kansfonds geldt: armoede is geen individueel falen, maar een gevolg van politieke keuzes en structuren die ongelijkheid in stand houden. Met de verkiezingen in aantocht willen wij een bijdrage leveren aan evenwichtige beeldvorming. Want hoe wij met elkaar denken en praten over mensen in armoede sijpelt door tot in de beleidskamers en klinkt door in het stemhokje. Verdiep je in het verhaal van Wendy. Of doe de quiz en toets jouw eigen (voor)oordeel op checkjeoordeel.nl. Check jouw beeld van armoede en help de focus weer verleggen naar de echte oorzaken. Zo ontstaat er ruimte voor echte oplossingen.

Doe de quiz!