Schilderijen van Vincent van Gogh komen zelden op de markt en zijn dan vrijwel onbetaalbaar. Dat het Drents Museum en het Van Gogh Museum er vorige maand gezamenlijk in slaagden er één aan te kopen mag daarom een klein wonder heten. Het geheim achter museumaankopen van dit formaat? Dat ben jij.
Van Gogh in Drenthe
Het was een van de hoogtepunten van de veiling Impressionist & Modern Art bij Sotheby’s New York afgelopen 13 november: Vincent van Goghs Onkruid verbrandende boer uit 1883. In deze studie van een boer die bij avondschemering in een kaal landschap een vuurtje opport, vat Van Gogh het Drentse boerenleven samen zoals hij dat beleefde in het najaar van 1883: sober, hard en eenzaam. Het is misschien wel het meest sprekende schilderij dat hij maakte tijdens zijn verblijf in Drenthe, dus begrijpelijk dat het Drents Museum het wilde hebben. Het Van Gogh Museum toonde ook interesse, met als belangrijk argument dat Van Gogh het werk beschrijft in een brief die het museum bezit. Hierin staat te lezen: 'Ziehier een paar avond effekten – ik zit nog steeds op dat onkruidverbrandertje, dat ik wat toon aangaat in een geschilderde studie beter heb dan vroeger, zóó dat het meer de grootheid der vlakte en het vallen van den avond geeft en ’t vuurtje ’t eenige lichtstipje is met ietwat rook. Ik ging er telkens s’avonds voor buiten kijken.'
Op zoek naar het grote geld
De twee musea besloten voor deze ambitieuze aankoop de handen ineen te slaan. Doel: in twee weken tijd drie en een half miljoen euro bijeenbrengen – het bedrag dat nodig werd geacht om op de veiling succesvol te kunnen zijn. Bovenaan de lijst van de te benaderen begunstigers stond de Vereniging Rembrandt, een particuliere vereniging met ruim 16.000 leden die geloven dat goede kunst met iedereen moet worden gedeeld. Het bestuur erkende het belang van de aankoop meteen en zegde ruimhartige steun toe. Deze toezegging stemde hoopvol, want een ‘ja’ van de Vereniging Rembrandt leidt sneller tot nog meer ‘ja’s’ van andere begunstigers. Die kwamen er ook en zo kon een vroeg topstuk van Van Gogh in Nederland voor iedereen toegankelijk worden gemaakt. Het werk werd afgeslagen op $ 3.140.000 (€ 2.839.067).
Ook een topstuk voor Harlingen
Hoe belangrijk particuliere steun is bij de verrijking van ons gezamenlijk kunstbezit bleek eerder deze maand nog maar eens bij de verwerving van een 17de-eeuws knottekistje voor Gemeentemuseum Het Hannemahuis in Harlingen. Ruim 90 procent van het aankoopbedrag kwam van particulieren. Voor dit zilveren geldkistje hoefden geen miljoenen te worden betaald, maar het hartveroverende object is voor Harlingen net zo goed een topstuk als de vroege Van Gogh dat is voor Assen en Amsterdam. Vanwege de kwaliteit van het graveerwerk, maar vooral ook omdat bekend is wie het kistje heeft laten maken en welke bruid hij met dit geschenk wenste te schaken. Hiermee staat de bezoekers van het Hannemahuis een bijzonder verhaal te wachten en dat hebben zij mede te danken aan die duizenden betrokken kunst-liefhebbers verenigd in de Vereniging Rembrandt.